Artikel: de drie dimensies van dienstbaarheid

Hoe zou de overheid – en in het bijzonder gemeenten – het voorgestelde dienstbaarheidsbeginsel daadwerkelijk kunnen realiseren in de praktijk? Die vraag stond centraal in de bijdrage van Maurits Ippel en Nick Steenhagen aan de onlangs verschenen bundel Zinvol contact met de overheid en de rol van de gemeentejurist. De bijdrage beoogt richting te geven aan de discussie over de praktische betekenis van dit abstracte beginsel, met het oog op het verbeteren van het contact tussen overheid en burger.

In de analyse onderscheiden we drie dimensies van het dienstbaarheidsbeginsel, elk geïllustreerd aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden.

  • De eerste is de relationele dimensie: het dienstbaarheidsbeginsel vraagt om reflectie op de verhouding tussen overheid en burger, en om een doordachte inrichting van de publieke dienstverlening.

  • De tweede betreft de gedragsdimensie: net als andere fundamentele rechtsbeginselen vormt het dienstbaarheidsbeginsel een normatief kader voor hoe ambtenaren en instellingen zich in specifieke situaties zouden moeten opstellen.

  • De derde is de rechtsvormingsdimensie: hierin staat de vraag centraal hoe juridische regels op een dienstbare manier kunnen worden uitgelegd en toegepast. In recente jurisprudentie zijn hiervan al impliciete voorbeelden zichtbaar.

Overigens hoeft de wetswijziging waarin het dienstbaarheidsbeginsel mogelijk wordt opgenomen niet afgewacht te worden, aan de hand van de kerngedachte van de dienende overheid kan nu al gewerkt worden aan het werken aan 'zinvol contact' met burgers.

Klik hier om het artikel te lezen.

Vorige
Vorige

Professionele standaarden voor de bezwaarprocedure

Volgende
Volgende

Slotbijeenkomst deelprogramma burgergerichte overheid.